Mosselen met friet is zowat de Belgische klassieker bij uitstek, maar je kan de smakelijke weekdieren ook gebruiken voor een stevige soep.
Benodigdheden
1 kg mosselen
2 wortels
een halve venkel
1 seldersteel
2 preien
2 sjalotten
Een bussel peterselie
1 teentje look
1 eidooier
200 ml room
1 el bloem
peper
Bereiding
Kook de mosselen op een hoog vuur gaar in een kookpot mét deksel. Je hoeft geen vetstof of water te gebruiken. Wanneer de schelpen open zijn, zijn de mosselen gaar. Hou het kookvocht bij, dat vormt straks de basis voor de soep.
Snij de wortel, venkel, de sjalotten, het wit van de prei en de selder in julienne (lange reepjes). Stoof de groentjes in een soeppot aan in wat olijfolie. Doe er een teentje geplette look en flink wat fijngehakte bladpeterselie bij.
Wanneer de groenten bijna gaar zijn, voeg je een eetlepel bloem toe, die je al roerend even laat meebakken. De bloem zorgt straks voor de binding.
Doe het kookvocht van de mosselen bij de groenten. Als je niet genoeg hebt, of als de smaak te zout is, kan je ook wat water toevoegen. Laat 10 minuten koken op een middelmatig vuur.
Haal de mosselen uit hun schelp en doe ze in de soep. Breng even aan de kook om ze op te warmen.
Haal de pot van het vuur en werk de soep af met een mengsel van de eidooier en de room, die je eerst flink door elkaar roert met een vork. Kruid naar smaak met peper (géén zout) en dien de soep meteen op.
4 personen