Benodigdheden
300 g soepvlees
1,5 l water
2 runderbouillontabletten
handvol snijbonen, dun gesneden
2-3 aardappels, geschild en in blokjes gesneden
handje kleine soepschelpjes
1 verse rookworst van de slager
Bereiding
Zet het soepvlees op met ruim water en breng dit aan de kook.
Eenmaal aan de kook zet je het vuur laag en laat je het vlees rustig trekken tot het zacht en gaar is.
Schep steeds het schuim wat boven komt drijven met de schuimspaan weg, zo krijg je straks een mooie, heldere bouillon. Als het vlees gaar is schep je het uit de pan en zet zolang apart. Vul de bouillon aan met water zodat je 1,5 liter vocht hebt, en voeg de bouillontabletten toe.
Je kunt voor een nog snellere versie het soepvlees ook weglaten en bouillon maken van 1,5 liter water met 3 bouillontabletten. Dit geeft wel een andere smaak.
Breng weer aan de kook en voeg dan de aardappel en snijbonen toe, kook een minuut of vier.
Voeg dan de schelpjes en de rookworst toe en laat op laag vuur verder garen.
Snijd het soepvlees fijn en warm op het laatste moment nog even mee in de soep. Haal de rookworst uit de soep en snijd in plakjes. Serveer de soep heet met de plakjes rookworst.
4 personen
Foto credits: Constanze
Geef een reactie